Op de dag dat ik deze blog schrijf, is het 17 januari. Ik lees in een maandoverzicht, dat dit de dag van het Jodendom is. Nu ben ik niet iemand, die het nodig vindt om aandacht te besteden aan pindakaasdag, warmetruiendag, blue Monday of black Friday. Maar bij de dag van het Jodendom gaan mijn gedachten meteen naar Edith Eva Eger. Zij schreef De Keuze, een boek dat ik onlangs heb gelezen op aanraden van een vriendin die er erg van onder de indruk was. Ook ik werd gegrepen door het levensverhaal van deze Hongaarse Jodin, die 16 jaar oud was toen ze naar Auschwitz werd gedeporteerd. Ze beschrijft, hoe ze samen met haar zus de verschrikkingen van de oorlog overleeft.
Opmerkelijk genoeg legt Eger niet de nadruk op wat haar allemaal is overkomen, maar op het feit dat zij zich ervan bewust is, dat ze altijd een keuze heeft hoe ze met de omstandigheden kan omgaan. Vlak voor het moment dat haar moeder in de andere rij belandt dan die waar Edith en haar zus Magda staan, geeft haar moeder haar een advies, dat de rode draad door haar leven zal worden: Je weet niet wat er gaat gebeuren, ze kunnen je alles afnemen, maar NIET je gedachten. Die zijn van jou!
Dan staat ze op een dag oog in oog met kamparts Mengele. Deze engel van de dood houdt van kunst en schoonheid. Als hij erachter komt, dat Edith ballerina is, gebiedt hij haar om voor hem te dansen. Terwijl de muziek klinkt, begint Edith te dansen. Ze sluit haar ogen en waant zich in de Hongaarse Opera in Boedapest.
“Terwijl ik dans, ontdek ik een deel van de wijsheid die ik nooit ben vergeten. Ik zal nooit weten welk wonder me dit inzicht schenkt. Het zal mijn leven meerdere keren redden, zelfs nadat de verschrikkingen voorbij zijn. Ik kan zien dat dokter Mengele, de doorgewinterde moordenaar die deze ochtend mijn moeder heeft gedood, zieliger is dan ik. Ik ben vrij in mijn gedachten, iets wat hij nooit zal zijn. Hij zal altijd moeten leven met wat hij heeft gedaan. Hij zit meer gevangen dan ik. Als ik mijn dans afsluit met een laatste, gracieuze spagaat, bid ik, maar ik bid niet voor mezelf. Ik bid voor hem. Ik bid dat hij, voor zijn eigen bestwil, nooit de behoefte zal krijgen om mij te doden. Hij moet onder de indruk zijn van mijn optreden, want hij gooit me een heel brood toe. Een gebaar, zo blijkt, dat later mijn leven zal redden. Als de avond in de nacht overgaat, deel ik het brood met Magda en onze bedgenoten. Ik ben dankbaar dat ik brood heb. Ik ben dankbaar dat ik leef.” (blz. 60).
Jaren later, als ze een nieuw leven heeft opgebouwd in de Verenigde Staten, gaat ze psychologie studeren. Ze helpt haar cliënten om zich uit hun eigen gedachten te bevrijden en voor de vrijheid te kiezen. Nu ze in de negentig is, reist ze nog de wereld over en houdt lezingen. Ze bindt mensen op het hart, niet te geloven in leugens over hun leven. Lijden is van alle tijden en is universeel. Maar ‘slachtoffer worden van’ is niet hetzelfde als een ‘slachtofferrol’. Niemand kan van jou een slachtoffer maken, benadrukt Eger, alleen jijzelf…
Het zijn grote woorden, die me stof tot nadenken geven. Als iemand deze woorden in de mond mag nemen, is het deze levenswijze, positief ingestelde vrouw.
Niet zo gek om tot me door te laten dringen, op deze dag van het jodendom. Misschien heb jij er ook iets aan.
Voel jij je slachtoffer omdat je een dierbare bent kwijtgeraakt en wil je ermee aan de slag? Ik wil dat graag samen met jou doen. Neem gerust contact met me op!