“Ik krijg zo weinig hoogte van de jongens,” vertelt Katja (niet haar echte naam) me bij ons laatste gesprek. “Ze praten nauwelijks over hun vader. Ik wil graag weten hoe het met ze is, welke vragen ze hebben en welke herinneringen ze koesteren, maar ze zijn zo gesloten…”
Deze moeder, die ik heb leren kennen door de gesprekken in mijn praktijk, wil graag dat het goed gaat met haar zoons (9 en 12), maar vindt het lastig om erachter te komen wat hen diep van binnen bezig houdt. Ik stel voor om met het gezin een herinneringsspel te spelen over hun man en vader. Katja zal haar jongens vragen of ze dat willen en belooft om me te appen.
’s Avonds lees ik op mijn telefoon dat ze het wel zien zitten en vandaag is het zover. Op de afgesproken tijd sta ik op hun stoep, gewapend met een coachingsspel en kaartjes met herinneringsvragen. Katja opent de deur en fluistert: “Ik hoop dat ze het nog steeds willen….”
Als ik op de bank zit, snap ik haar aarzeling. De jongste zit met zijn rug naar me toe te gamen op het tv scherm en maakt geen aanstalten om zijn spel af te sluiten, ondanks de aansporingen van zijn moeder. De oudste zit op zijn kamer en Katja moet hem drie keer roepen, voor hij langzaam de trap af komt.
Als we uiteindelijk met z’n vieren rond de tafel zitten leg ik het spel uit. De gezinsleden trekken om de beurt een kaartje met een herinneringsvraag. Wie aan de beurt is, krijgt een talking stick en is de enige die het woord mag voeren. Als hij/zij de vraag over de overleden vader heeft beantwoord, mag één van de anderen de stick pakken en een toevoeging geven. Als je de vraag te lastig vindt, mag je passen en een andere kaart trekken. Als ieder die dat wil z’n zegje over de kaart heeft gezegd, wordt een stapsteen op het spelbord gelegd. Na 12 stapstenen zijn we aan de overkant van het spelbord en zal het spel afgelopen zijn.
Hoewel het aanvankelijk moeite kost om de jongens hun bezigheden te laten staken en mee te doen met dit spel, leggen ze nu een enorme betrokkenheid aan de dag! Steeds als de talking stick wordt neergelegd, pakt een ander het stokje op en deelt een eigen herinnering bij dezelfde vraag. Er wordt ook bij gelachen, vooral bij de vraag wie zich nog gekke flaters herinnert.
De oudste zoon, die pas op het voortgezet onderwijs zit, trekt uit de stapel het kaartje met de vraag: Wat zou je nog graag over je vader willen weten? Hij weet het al: Hoe was papa op school, toen hij zo oud was als ik? Op deze vraag moet Katja hem het antwoord schuldig blijven. Gelukkig zijn de hulptroepen onderweg: tegen de tijd dat we aan de laatste vraag toe zijn, komen opa en oma op bezoek. Zij gaan er echt even voor zitten en genieten ervan om het kattenkwaad te beschrijven dat hun zoon uithaalde op school toen hij 12 was….
Wat word ik er blij van om generaties met elkaar in gesprek te laten gaan over hun overleden dierbare en om hen dingen te horen delen die ze uit zichzelf (zonder dit spel) niet zo snel zouden vertellen. Deze werkvorm helpt om mee te kijken in het hart van de ander en om herinneringen levend te houden. Want iemand is pas echt dood, als zijn naam niet meer wordt genoemd.