Het is halverwege de meimaand. De moeders van mijn kleuterklas zijn onlangs met moederdag allemaal verwend met zelfgebakken koekjes op een mooi versierd schoteltje.
En nu….. op naar vaderdag. Wat zal ik gaan maken met de kinderen voor hun vaders? Dat is iets waar ik goed over na wil denken, want Jesse heeft geen vader meer. En Jesses moeder wil dat Jesse geen uitzondering is en dat we gewoon iets gaan maken. Ik ben me ervan bewust, dat niet alle knutsels even geschikt zullen zijn: papieren stropdassen vallen natuurlijk meteen af. Maar hoe doe ik recht aan Jesse en aan zijn overleden vader?
Ik bedenk dat het eigenlijk een heel foute uitdrukking is om te zeggen, dat hij geen vader meer heeft. Dit kind lijkt zo op hem! Hij zou niet zijn wie hij is zonder zijn vader. Sterker nog, zonder deze vader bestónd hij helemaal niet. Alleen het DNA van deze vader in combinatie van dat van deze moeder kunnen leiden tot dit unieke jochie! Wie zegt, dat Jesse geen vader meer heeft, ontkent daarmee zijn halve identiteit. Hij hééft wel een vader, alleen leeft deze vader niet meer. Hij leeft wel voort, in Jesse en zijn zusje en in de herinneringen.
Die herinneringen krijgen de ruimte in onze klas. Vorige week nog, toen Jesse met doucheschuim op school kwam. “Dit is van mijn vader,” vertelde hij, “Zo rook mijn vader altijd!” Natuurlijk mocht hij de kring rond en wilden alle kinderen even ruiken.
Of neem de sterfdag van de vader. Evenals zijn verjaardag staat die in mijn agenda, zodat ik er aandacht aan kan besteden en ik alert ben op hoe Jesse zich voelt op zo’n beladen datum. Ik geef aan, dat ik ook aan zijn papa denk vandaag. Als een soort eerbetoon aan Jesses vader draaien we op deze dag de clip van zijn favoriete liedje op het digibord. Het is een heel vrolijk nummer met een verklede leeuw op een fiets en we dansen erbij. Omdat het nummer maar zo kort is, start ik het filmpje gewoon nog een keer, wat een grote glimlach op Jesses gezicht oplevert.
En nu gaan we richting vaderdag. Wat maak je voor een vader die er wel is, maar niet meer in levende lijve? Ik besluit het gesprek aan te gaan met Jesse. Hij heeft zelf vaak een goede inbreng. Ik vraag, of Jesse nog kleren van zijn vader heeft bewaard. Dat blijkt het geval: Jesse heeft een favoriet overhemd van zijn vader in zijn eigen kast hangen. Ik vraag, of het Jesse een idee lijkt, om voor vaderdag een houten kleerhanger te versieren, zodat het overhemd daaraan kan hangen. “Ja!”, roept hij, “Dan hang ik het overhemd aan de deur!”
En dan weet ik ook meteen, wat de anderen gaan maken. Iedereen is uniek, maar niemand is hier een uitzondering.
Leerkrachten met een Jesse in de klas: zorg dat je de verjaardag en sterfdatum kent. Laat merken dat je weet dat het een speciale datum is. Hiermee bevestig je de identiteit van Jesse. En Jesse HEEFT wel een vader, alleen leeft hij niet meer. En laat Jesse voor vaderdag iets maken dat met zijn vader te maken heeft en zeg niet, zoals ik in mijn praktijk hoorde van een zeer gekwetste moeder, dat hij het dan maar aan de buurman moet geven….
Mochten er Jesses zijn op jouw school en wil je er meer van weten: nodig me uit om bijv. tijdens een studiedag een presentatie te geven. (www.desterkplaats.nl/werkwijze/voorlichting/)